Hij werkt altijd hard. | He hard . |
Ze klaagt nooit. | . |
Ze zegt zoiets nooit. | . |
Ze is altijd heel aardig tegen me geweest. | . |
Ze is zelden ziek. | ill. |
Ik ben nooit te laat. | . |
Ga je vaak naar een concert? | ? |
Gaat ze altijd met de bus? | ? |
Ben je wel eens in New York geweest? | to New York? |
Ben
je ooit op Guernsey geweest? (be)
|
to
Guernsey?
|
Nee,
ik ben daar nooit geweest. Wij gaan altijd naar Spanje. (be)
|
No,
I there. We to
Spain.
|
Waar
koop je gewoonlijk je kleren? (buy)
|
Where
your clothes?
|
Ik
ga vaak naar C&A. (go)
|
I
to C&A.
|
Wat
heb je gewoonlijk voor ontbijt? (have)
|
What
for breakfast?
|
Ik
heb nooit ontbijt, alleen maar een vruchtensap. (have)
|
I
breakfast, just a fruit juice.
|
Ga
je vaak uit? (go)
|
out
a lot?
|
Ik
ga soms naar de bioscoop. (go)
|
I
to the cinema.
|
Ga
je vaak naar een dokter? (go)
|
a
doctor?
|
Nee,
ik ben zelden ziek. (be)
|
No, I ………………………….ill.
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten