Bijwoorden Gebruik
Bijwoorden zeggen iets van een:
1.
|
werkwoord
|
||
Vb: Drive
carefully!
|
|||
2.
|
bijvoeglijk naamwoord
|
||
Vb: She has
a beautifully dressed doll.
|
|||
3.
|
een ander
bijwoord
|
||
Vb: The
plane went extremely fast.
|
|||
4.
|
een hele
zin
|
||
Vb: Unfortunately,
I missed the train.
|
Vorm
De meeste bijwoorden worden gevormd door -LY achter het bijvoeglijk naamwoord te zetten.
Vb:
|
bijvoeglijk naamwoord
|
bijwoord
|
|
quick
|
quickly
|
||
serious
|
seriously
|
||
happy
|
happily
|
||
careful
|
carefully
|
Uitzonderingen
Van sommige bijwoorden bestaat zowel een vorm zonder LY als met LY. Beide woorden hebben dan een andere betekenis.
Vb:
|
The train arrived late.
|
(te) laat
|
Have you seen her lately?
|
de laatste
tijd
|
|
The car stopped short.
|
plotseling
|
|
I expect her back shortly.
|
binnenkort
|
|
We searched far and near.
|
dichtbij
|
|
You nearly told him the secret.
|
bijna
|
|
Don't work too hard.
|
hard
|
|
I hardly know him.
|
nauwelijks
|
|
You don't play fair.
|
eerlijk
|
|
Jack plays fairly well.
|
tamelijk
|
En verder:
Het bijwoord van good is: well.
Plaats van bijwoorden als usually, ever / never / sometimes / always / etc:
Voor het
hoofdwerkwoord==> 1 werkwoord in de zin
|
|||
Vb: She always goes to school by bike.
|
|||
Meer dan 1 werkwoord in de zin ==> na het 1e werkwoord
Vb: She is often making a fuss over nothing!
Na een
vorm van BE
|
|||
Vb: She
is never late.
|
http://oudwww.bonhoeffer.nl/engels/2eklas/unit8/wb214.html
http://oudwww.bonhoeffer.nl/engels/2eklas/unit8/tbg42.html
Exercises
A. Fill in the
correct forms.
Example: Speak ... (slow).
Otherwise I can't understand your ... (good) ideas.
Speak
slowly. Otherwise I can't understand your good ideas.
- Naomi does not ... (usual) organise fashion shows, but this was a ... (wonderful) show.
- John is a ……………….(bad) speaker.
- She is a …………………(kind) woman.
- There had been a ………………………..(terrible) accident.
- I am ………………………(terrible) sorry.
- I do not ... (normal) buy things for her, but I'm ... (absolute) sure she'll like this t-shirt.
- Fiona is a ………………………(good) teacher. She teaches ………………..(good).
- I come here ……………………..(daily).
- I have been working ……………………….(hard).
- Namil is ... (secret) taking things from her parents' shop, which is not a (nice) thing to do.
- She ... (sudden) told me the ... (terrible) story of her life.
- When I go to the pub I ... (usual) have a large whisky.B. Choose the right forms:
- Listen … (careful/carefully). I’m not going to say this again.
- Of course they were … (deliciously/delicious).
- Did you know that Charlie is … (complete/completely) blind?
- This music is really … (terrible/terribly).
- She can sing their songs pretty ... (good/well)
- New shoes …………..(usual/ usually) hurt a little bit.
C. Complete the sentences. Write down
the sentence and put one of the words in brackets
(=tussen haakjes) in the right place.
Example: That teacher
is kind. (extreme / extremely)
That teacher
is extremely kind.
1. She asked me some questions. (patiently
/ patient)
2. You don't
have to lock your doors here. This is a neighbourhood. (safely / safe)
3. She is gifted. (terrible / terribly)
4. We stayed at this hotel called
"Five Lions" (amazing / amazingly)
5. I have cornflakes for breakfast. (usual / usually)
HERHALING
Week 4: huiswerk voor 27 januari 2015
ADJECTIVES AND ADVERBS
Bijvoeglijk naamwoord
Gebruik
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets van een zelfstandig naamwoord.
Dat kan op twee manieren:
* Het bijvoeglijk naamwoord staat vóór het zelfstandig naamwoord.
| |
Voorbeeld: Een mooie fiets.
| |
* Het bijvoeglijk naamwoord komt na een vorm van het werkwoord ZIJN (= BE)
| |
Voorbeeld: Die fiets is mooi.
|
Trappen van vergelijking
Je kunt bijvoeglijke naamwoorden gebruiken om zaken met elkaar te vergelijken, bijvoorbeeld: deze auto is mooier dan die.
Er bestaan van alle bijvoeglijke naamwoorden drie vormen:
De stellende trap
|
Vb: Die beuk is oud.
| |
De vergrotende trap
|
Vb. Die els is ouder.
| |
De overtreffende trap
|
Vb. Die eik is de oudste boom in het bos.
|
Hoe je in het Engels de verschillende trappen maakt, hangt af van het aantal lettergrepen waaruit een bijvoeglijk naamwoord bestaat.
stellende trap
|
vergrotende trap
|
overtreffende trap
| |
1 lettergreep
|
gewone vorm
small
wet fine |
gewone vorm +(E)R
smaller
wetter finer |
gewone vorm +(E)ST
smallest
wettest finest |
2 lettergrepen met klemtoon op de tweede of eindigend op -le / -er / -ow / -y
|
gewone vorm
polite
clever narrow |
gewone vorm + (E)R
politer
cleverer narrower |
gewone vorm +(E)ST
politest
cleverest narrowest |
rest met 2 lettergrepen en 3 of meer lettergrepen
|
gewone vorm
splendid
terrible beautiful |
MORE + gewone vorm
more splendid
more terrible more beautiful |
MOST + gewone vorm
most splendid
most terrible most beautiful |
Enkele bijvoeglijke naamwoorden voldoen aan geen enkele regel voor het opstellen van de trappen van vergelijking. Die vormen zal je dus uit je hoofd moeten leren. Het gaat om de volgende:
goed
|
good
|
better
|
best
|
slechts
|
bad
|
worse
|
worst
|
klein
|
little
|
smaller
|
smallest
|
weinig
|
little
|
less
|
least
|
veel (bij enkelvoud)
|
much
|
more
|
most
|
veel (bij meervoud)
|
many
|
more
|
most
|
Exercise 1
1. A diamond is the ............... (hard) stone I know.
| ||
hard
harder hardest | ||
2. A pen without ink is ......... (useless) than a car without petrol.
| ||
useless more uselessmost useless
| ||
3. Is a horse ....... (intelligent) than a mouse?
| ||
intelligent
more intelligent most intelligent | ||
4. The Tower is the .......... (famuos) castle in Britain.
| ||
famousmore famousmost famous
| ||
5. The .......... (near) post office is two miles away.
| ||
nearnearernearest
|
Exercise 2
1) Rotterdam is the ................ (important) port in the world.
2) Ken ran the ............ (fast) in the marathon and won a nice medal.3) My brother was ......... (surprised) than anyone else.
4) Her wedding was one of the ........ (happy) moments in her life.
5) This story is ............ (interesting) than last week's.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten